Bedrijfsvergelijking van moderne Belgische melkveebedrijven per provincie

In België is recent de mijlpaal van de 500ste gebruiker van het UNIFORM programma gevierd.

Dit geeft ook de mogelijkheid om de prestaties van de melkveebedrijven in de verschillende provincies eens te vergelijken. Veel van de gebruikers van het UNIFORM programma, of HerdMetrix zoals het programma heet via BouMatic , doen mee aan de maandelijkse automatische bedrijfsvergelijking.

Zij kunnen dan zien hoe zij op de technische kengetallen uit het UNIFORM programma presteren ten opzichte van alle UNIFORM gebruikers, of ten opzichte van de andere gebruikers in België.

De privacy van de gegevens van individuele gebruikers staat hoog in ons vaandel, dus daar gaan we heel serieus mee om. De gemiddelde prestaties per provincie laten echte wel wat opvallende zaken zien.

De gegevens zijn gebaseerd op de resultaten die in april 2022 zijn opgestuurd. Veel gegevens zijn rollende jaargemiddelden. De actuele productie is de laatst bekende productie in april van de melkcontrole of van de melkmeters.

De provincies met voldoende aantal deelnemers zijn apart genoemd en de overige vormen samen een kolom. Ook het gemiddelde van alle bedrijven is weergegeven.

Algemeen
Het aantal melkkoeien op de Belgische bedrijven die met UNIFORM werken is gemiddeld bijna 200 (199) maar in Antwerpen zitten de grootste bedrijven (bijna 300) en in West-Vlaanderen zitten de bedrijven op gemiddeld 150 koeien.

Het aantal stuks jongvee varieert ook behoorlijk en dat zien we het beste op de regel van het aantal stuks jongvee per 10 melkkoeien. Dat ligt in België gemiddeld op 8,17, maar in West-Vl. op 9,05 en in Antwerpen een stuk lager op 7,2.

Het aanhouden van veel jongvee kan een bewuste actie zijn om te kunnen groeien of om laat te kunnen selecteren, maar in algemene zin is het aanhouden van jongvee duur. Vanwege nationaal beleid zien we dat in Nederland het aantal stuks jongvee per 10 melkkoeien zeker 2 stuks lager ligt. Er wordt veel vroeger streng geselecteerd en dat levert financieel wel wat op.

Lactatie productie
Het 305 dagen productie niveau van de UNIFORM gebruikers ligt in België op 9647 Kg, dat is duidelijk beter dan het algemene Belgische gemiddelde. In Oost-Vlaanderen is de 305d-productie het hoogst en in de kolom met de overige provincies zien we de laagste productie. De gehaltes zijn in de provincie Antwerpen duidelijk het hoogst. De productie uitgedrukt in KG vet en Eiwit is in West-Vlaanderen weer het hoogst. Al met al zijn de producties uitstekend en de verschillen zijn aanwezig maar niet alarmerend.

Vruchtbaarheid
Wat betreft de vruchtbaarheid kunnen we direct naar het belangrijkste kengetal kijken (PR) en ook daar zien we wel verschillen. In algemene zin zou elk bedrijf moeten streven naar een PR van 20 of meer. Dus we zien dat daar over alle bedrijven heen er nog wel wat zou moeten gebeuren. Met 14,7 scoort België wel beter dan bijvoorbeeld Nederland, maar optimaal is het niet. Als de PR niet hoog genoeg is kan het kort gezegd aan 2 zaken liggen. Ten eerste: worden er wel voldoende koeien geïnsemineerd als ze geïnsemineerd zouden moeten worden (IR – of wat laten we liggen); en ten tweede: wat is de succesfactor van het insemineren (CR – bevruchtingspercentage).

  • In Limburg is het eindresultaat het beste (16,8) en dat komt omdat ze duidelijk de meeste koeien insemineren (IR 50,4) maar de resultaten van het insemineren (CR 38,4) zijn net onder het gemiddelde.
  • De kolom van de overige provincies laat een relatief lage PR zien (14,3), vooral omdat er te weinig koeien worden geïnsemineerd (IR 43,7).
  • De tussenkalftijd en Dagen tot eerste inseminatie laten soortgelijke verschillen zien.
  • De leeftijd bij eerste afkalving vraagt nog wel enige aandacht. Gemiddeld is die 25 maanden, maar de variatie is groot. Van 24,4 in Antwerpen naar 25,8 in de kolom van overige provincies. Bijna anderhalve maand verschil: ook dat is een verbeterpunt.

Gezondheid
Betrouwbaarheid van gezondheid kengetallen is lastig omdat het afhangt van hoeveel de gebruikers invoeren. Daar kijken we hier alleen naar de kengetallen die gebaseerd zijn op data uit de melkcontrole en op basis van kalversterfte. Alleen van Mastitis nemen we wat mee, omdat dit redelijk ingevoerd wordt door de gebruikers.

  • De provincies die de uiergezondheid gemeten met Celgetal het beste onder de knie hebben zijn Oost-Vlaanderen en Antwerpen. Zowel het gemiddelde celgetal als ook het % koeien met meer dan 250 celgetal.
  • Bij de kalversterfte zijn de verschillen te groot om niet naar een specifieke oorzaak te zoeken. Het vermoeden is dat in de overige provincies aanzienlijk meer BWB-sperma gebruikt wordt en dat daardoor de kalversterfte aanzienlijk hoger ligt. Dit effect kan ook bij de overige provincies spelen, dus conclusies kunnen hier niet getrokken worden.

Actuele melkproductie
Dit betreft de melkproductie in April, van of de melkcontrole of van de melkmeters. Het algemene productie niveau is hierboven besproken, maar als we verder willen analyseren dan zouden we kunnen kijken naar het verloop van de BSK gedurende de lactatie. In heel België zien we dat de BSK in de eerste 60 dagen gemiddeld 1,5 punt lager ligt dan daarna. Blijkbaar heeft men moeilijkheden om de koeien te laten opstarten na het afkalven. Want de BSK zou in de ideale situatie overal gelijk moeten zijn.

  • In Antwerpen lukt het de melkveehouders goed om de koeien ook in de eerste 60 dagen direct op een hoog niveau van de BSK te krijgen. In Oost Vlaanderen daarentegen is het verschil het grootste in de eerste 60 dagen tov de periode daarna.
  • Dit is een onderwerp dat ook eens met de dierenarts of de voeradviseur besproken kan worden. Op individuele bedrijven hanteren we als richtlijn dat de BSK in de verschillende periodes niet meer dan 4 punten mag afwijken tussen de hoogste en de laagste. Is dat structureel wel het geval, dan verdient vooral de voeding aandacht omdat er productie capaciteit onbenut blijft.

Duurzaamheid
Duurzaamheid is een modern begrip en niet eenvoudig en eenduidig weer te geven. De drie kengetallen in het overzicht geven wel wat de koeien betreft een redelijk inzicht. Koeien die langer meegaan op een bedrijf zijn duurzamer, daarover is voldoende literatuur aanwezig. Een hoge levensproductie is niet alleen economisch aantrekkelijk, maar is ook duurzaam. Als een dier naar verhouding meer melkgevende dagen heeft is dat gunstig. Niet-melkgevende dagen zijn de opfokperiode en de droogstand.

De levensproductie efficiëntie is de totale levensproductie gedeeld door het totaal aantal dagen dat het dier leeft, dus van geboorte tot afvoer. Hoe hoger deze is, hoe efficiënter. De productie efficiëntie sluit de jongveefase uit en wordt berekend vanaf de 1e kalfdatum. Dat is bedoeld voor bedrijven die niet hun eigen jongvee opfokken. We zien dat de levensproductie efficiëntie varieert tussen 11,9 kg en 13,6 kg. Dat is een niet gering verschil. Bij de productie efficiëntie is het verschil nog groter. In de toekomst zullen we meer met deze kengetallen te maken krijgen als resultaat beoordeling.

De Levensproductie bij afvoer laat ook forse verschillen zien. Een eenvoudige rekensom laat zien wat het effect is. Als we in een voorbeeld berekening uitgaan van 1500 opfokkosten van een vaars en de levens productie is 22.000 KG dan geeft dat een kostprijs van 6,8 cent per kg melk. Bij 26.000 kg levens productie is de kostprijs van de melk voor opfok 5,8 cent. Dat scheelt 1 cent. Bij een bedrijfsomvang van 200 koeien is dat ca. 20.000 euro per jaar.

Het verschil tussen de gemiddelden van de provincies is niet zo groot als in het voorbeeld, maar de verschillen tussen individuele bedrijven zijn groter en vertonen zeker meer dan het dubbele tov het voorbeeld.

Bedrijfsvergelijken heeft een lerend effect, het geeft inzicht en perspectief bij de analyse van de eigen cijfers. Wat is sterk en wat is zwak, dat is een kritische vraag die elke ondernemer zich van tijd tot tijd moet afvragen. En dan proberen aan de zwakke punten wat te doen, met of zonder een adviseur, maar niet zomaar accepteren, want anderen bewijzen dat het beter kan. Dat laat de bedrijfsvergelijking zien.

Ir Harm-Jan van der Beek

Deel dit verhaal, kies je platform!