Grasland
Heeft u een vraag over het graslandpakket? Kijk eens bij de meest gestelde vragen over het graslandpakket, misschien vindt u uw antwoord!
Bemestingsadvies: Dit is het advies voor de te strooien hoeveelheid kunstmest voor de volgende maai- / weidesnede. U kunt dit advies uitrekenen in UNIFORM Grasland via menu [3.1] Bemestingsadvies. Dit zit al jaren in het graslandprogramma.
Bemestingsplan: Dit is de planning die u maakt van de hoeveelheid dierlijke mest en kunstmest die u toe wilt gaan dienen per perceel per groeiseizoen. Dit is verplicht als u gebruik wilt maken van derogatie . Het bemestingsplan kunt u in het UNIFORM-grasland programma opstellen. In het grasland onderdeel in uw UNIFORM-programma kunt u via de menu items 6.1 tot en met 6.7 doorlopen.
Nee, de N-jaargift (stikstofjaargift) op de perceel kaart geeft aan hoeveel N u op dat perceel wilt toedienen om een bepaalde opbrengst te halen. Deze N-jaargift wordt ook gebruikt om een bemestingsadvies voor de volgende snede uit te rekenen. De N-jaargift dient u zelf in te vullen en .eventueel te wijzigen. U blijft zelf verantwoordelijk voor de hoeveelheid N die uiteindelijk wordt toegediend op de percelen.
Hoe moet ik omgaan met grasland met klavermengsel? Wat voor invloed heeft dat op het bemestingsplan?
Voor het bemestingsplan is er geen verschil. Daar wordt puur naar hoofdgewas (grasland) en grondsoort gekeken voor de normen van de hoeveelheid stikstof die mag worden toegediend.
Voor het berekenen van een bemestingsadvies, kunt u met de N-jaargift aangeven dat u minder N wilt toedienen omdat er klaver op het perceel staat. Het advies houdt daar dan rekening mee. Dit kunt u ook verwerken in het bemestingsplan door niet de volledig toegestane hoeveelheid te plannen, maar minder.
Nee, maar u kunt de nummering wel aanpassen zodat u de mestpartijen die in gebruik zijn worden genummerd vanaf 1. Deze zullen dan altijd bovenaan in uw zoeklijst staan. Ook kunt u de mestpartijen die u niet gebruikt verwijderen door op het knopje ‘wijzig ‘ te klikken en dan te kiezen voor verwijderen.
Dat kan eigenlijk niet voorkomen. U plant namelijk vooraf in wat u mag uitrijden / strooien en daarbij bent u gebonden aan de maximale hoeveelheden meststoffen die bij het Bemestingsplan komen te staan volgens de geldende normen voor dat jaar. U kunt de verdeling van drijfmest over de percelen wel anders uitvoeren dan dat u vooraf heeft ingepland, het is dan echter wel, om de planning zo kloppend mogelijk te houden, verstandig om dit ook te verwerken in uw bemestingsplan.
Dat hoeft u ook niet in te voeren. U maakt aan het begin van het jaar een planning van het aantal dieren dat u gemiddeld over dat jaar op het bedrijf denkt te hebben. Op de veesaldokaart in UNIFORM Management kunt u bijhouden of de werkelijkheid overeenkomt met uw planning. U kunt de dieraantallen vervolgens overnemen in UNIFORM Grasland.
Op het moment dat u de uitgangspunten voor een nieuw bemestingsplan invoert wordt gekeken welke percelen op dat moment een einddatum hebben. Die worden niet meegenomen in het bemestingsplan. Officieel moet u een nieuw plan aanmaken als u in de loop van het jaar een perceel van de hand doet. Daar is het programma dan ook op ingericht. U dient namelijk ook de oude planningen te bewaren. Vult u dus een einddatum in bij een perceel, dan moet u vervolgens ook een nieuwe planning maken. De vorige planning blijft dan gewoon opvraagbaar in het pakket. Dit is wettelijk verplicht. U kunt op het bemestingsplan met behulp van de + en – knoppen ook kiezen voor het toevoegen of verwijderen van percelen.
De bedrijfsspecifieke excretie (BEX) kunt u niet direct uitrekenen in het UNIFORM-programma maar u kunt wel de excreties uitrekenen op de website www.koeienenkansen.nl. Vervolgens kunt u deze bedrijfsspecifieke excretie ook in uw UNIFORM-programma zetten. In menu onderdeel [6.1] Uitgangspunten van het bemestingsplan zet u het vinkje bij ‘gebruik handreiking bedrijfsspecifieke excretie’. Dit vinkje kunt u zetten als u een nieuw plan aanmaakt bij een bestaand plan. Vervolgens kunt u in menu onderdeel [6.2] [Bemestingsplan] Dieren (excretie) via de knop ‘Invullen Bedrijfsspecifieke Excretie’ de berekende waardes invoeren.
Ja, dat kan. Bij [1.4] Registratie – Bodemanalyse Overzicht kunt u de bodemanalyse invoeren. Klik links onderaan op Nieuw en u kunt de gegevens voor meerdere percelen tegelijk invullen.
Ja, dat kan, u moet dan bij het aanmaken van het bemestingsplan de optie ‘fosfaatarme gronden’’ aanvinken of dit aanvinken in de instellingen van het plan via de knop ‘wijzig’ linksonder in scherm 6.1. Vervolgens kunt u in scherm [6.3][Bemestingsplan]Overzicht percelen via de knop ‘wijzig’ de percelen die volgens de bodemanalyses in aanmerking komen voor de regeling fosfaatarme gronden (alléén deze percelen) aanvinken. Let er hierbij wel op dat u deze percelen bij de gecombineerde opgave ook als fosfaatarme gronden heeft opgegeven!
Omdat het niet mogelijk is om dit bij te houden in het UNIFORM-Agri grasland programma hebben we het mogelijk gemaakt om de formulieren die u hiervoor nodig heeft te downloaden vanaf onze website. Voor maïs dient het plan klaar te zijn voor het inzaaien en voor grasland dient u het plan voor 1 januari te hebben.
Wanneer u de gewasbescherming uitbesteedt aan bijvoorbeeld de loonwerker dan moet u dat ook in het plan zetten, op de formulieren vult u in welke bestrijdingsmiddelen en methoden u toepast. Dit is uw eigen verantwoordelijkheid. Biologische bedrijven hoeven geen graslandgebruiksplan bij te houden. Het ook verplichte gewasbeschermingslogboek kunt u gewoon bijhouden in uw grasland programma, (menu item 2.6).